maandag 31 oktober 2016

20a : Le Relais d'Ozenay in Ozenay

Ozenay is een klein dorpje onder de rook van Tournus, hier zo'n 17 km of 25 minuten rijden vandaan. Het heeft een romaanse kerk met een interessant interieur, maar ik zal daar niet over uitweiden, aangezien deze blog niet over architectuur maar over eetgelegenheden gaat.

De kerk van Ozenay
We hadden al van diverse kanten lovende verhalen gehoord over dit restaurant, zelfs uit een Nederlandse krant. De betreffende column over een paar restaurants hier in de buurt maakt deel uit van deze blog.
Hoewel wij normaal gesproken een duidelijke voorkeur hebben voor de wat kleinere, volkse restaurants hier in de buurt, hebben we toch ook wel eens gedacht "Goh, zou het niet leuk zijn om ook eens in een chique restaurant te gaan eten?". Eind 2012 werden we uitgenodigd voor een maal bij een "wat beter" restaurant dan waar we normaal aten, en wij mochten kiezen. We zaten te dubben tussen La Table de Chapaize en Le Relais d'Ozenay, en omdat het menu en de carte van Le Relais wat veelbelovender leken dan die van La Table, kozen we voor Ozenay.
We arriveerden rond 19h30, wat vroeg is voor dit soort gelegenheden, maar ondanks het tijdstip zat het restaurant al snel tamelijk vol. De inrichting was smaakvol. Aan de wand hingen diverse keramiek "schilderijen" van een keramist uit Martailly-lès-Brancion en de stijl van deze werken paste uitstekend bij de Nouvelle Cuisine-achtige opmaak van de borden.

Een "schilderij"
Toen we moesten bestellen, bleek de keuze toch een beetje tegen te vallen. We hadden ons ingesteld op een redelijk betaalbaar menu, en het menu van € 33.00 bleek goedkoper of even duur te zijn als de drie overige hoofdgerechten op de kaart. Aangezien er bij het menu slechts gekozen kon worden uit twee voor- en twee hoofdgerechten bleek de keus opeens niet veel groter dan bij La Table de Chapaize. Het menu gaf keuze tussen een voorgerecht met gerookte zalm en een soep met butternut (pompoen), en tussen een hoofdgerecht met risotto en carrelet (schol) of een lamsschotel. Voor degene die allergisch is voor vis en schaaldieren was de keus dus gereduceerd tot een keus uit één; hetzelfde gold voor degene in het gezelschap die niet van pompoen of lamsvlees hield. Eén menu duurder was ook geen optie, omdat dat alleen werd geserveerd als de hele tafel hetzelfde menu bestelde. De maaltijd werd voorafgegaan door een amuse en afgesloten met een kaasplateau en een wat onduidelijk toetje met o.a. een stukje pistache cake.

Le Relais d'Ozenay
Als wijn wilden we een rode Henri Lafarge Pinot Noir bestellen, maar die was niet meer leverbaar, en we moesten het dus doen met een rode Henri Lafarge Mâcon.
De opmaak van het geheel was voortreffelijk, de bediening uiterst vriendelijk en efficiënt. Mijn voorgerecht (zalm) was goed, maar niet echt erg bijzonder; de pompoensoep daarentegen werd alom geprezen.
Voor de hoofdgerechten gold dat de schol met risotto in mijn ogen een beetje laf was, en ik hoorde dezelfde reactie van anderen over het lamsvlees.
Het kaasplateau had een goede selectie van redelijk sterke Franse kazen, waaronder diverse geitenkaasjes, een bleu d'Auvergne, en twee kazen gemaakt van koemelk waarvan één een goede Époisses was.
Het toetje was wat mij betreft niet geweldig. De eerlijkheid gebied mij wel te zeggen dat ik geen zoetekauw en ook geen toetjesmens ben. De andere disgenoten (we waren met ons vieren) waren overigens ook niet geweldig positief over het toetje.

Het interieur
Samenvattend:
Het eten was gemiddeld tot goed, hoewel ik het aan de prijzige kant vond voor het gebodene.
De ambiance en de bediening verdienen alle lof.
Mijn voorkeur blijft toch uitgaan naar restaurants met wat meer, zij het niet zo'n exclusieve keuze. Dat heeft misschien ook iets te maken met het gebrek aan snob appeal waar ik onder lijdt....

zondag 30 oktober 2016

20b : Goede gastvrouwen - Frits Abrahams

De column “Dag” van Frits Abrahams van de achterpagina van NRC-Handelsblad van donderdag 26 mei 2011

Opmerking: ik heb contact gehad met de heer Abrahams, en deze heeft mij toestemming gegeven het gehele artikel te citeren: bij deze dus!

Goede gastvrouwen

Dit wordt een stukje over vrouwen die restaurants drijven. In Nederland komt dat ook wel voor, maar in Frankrijk maakte ik het in enkele dagen drie keer mee - en hoe. De vrouw regeerde er als een God die wilde dat alles goed was en blééf.

Het gebeurde in restaurants op het platteland (eerder heuvels) van de Bourgogne. Telkens kwam een onberispelijk geklede, goed verzorgde vrouw van tegen de veertig ons vriendelijk tegemoet. Ze nam de jassen aan en begeleidde ons naar onze tafel. Vanaf dat moment bleef ze, zonder enige opdringerigheid, in onze buurt. Als ze naar de andere tafels liep, keek ze even hoe het ons verging.
Ze bediende ons niet zozeer op al onze wenken, ze was die wenken doorgaans vóór. Ze gaf uitgebreide toelichting bij gerechten op de kaart, ze schonk eigener beweging water en wijn bij, ze ging de roker in ons gezelschap die zich naar buiten had begeven, waarschuwen dat het eten werd opgediend. Als we iets te vragen of aan te merken hadden, was ze onmiddellijk aanspreekbaar.
Wat op mij, als vergeetachtig iemand, nog de meeste indruk maakte, was dat ze de bestellingen opnam zonder ze te noteren. Van tien mensen! En nooit vergiste ze zich, steeds kreeg iedereen feilloos het gerecht dat hij besteld had.
In Nederland sta ik altijd zeer wantrouwig tegenover bedienend personeel dat bestellingen probeert te onthouden. Het leidt later vaak tot veel wederzijdse verbouwereerdheid. Ik had de lamsbout besteld. Meent u dat? Het was de entrecote, dacht ik. Iemand anders voor de entrecote? Niemand? Vreemd. Morrend neemt hij het gerecht terug, dat gezeik ook altijd met die klanten.
Zulke fouten worden overigens ook gemaakt door bedienend personeel dat wél noteert. Het staat hier echt. Ja, maar ik heb het toch echt niet besteld.

In deze drie Franse zaken keek ik ademloos toe hoe de vrouw telkens uit de aanpalende keuken opdook en zonder aarzelen het juiste gerecht op de juiste plaats zette. Eén keer dacht ik haar op een fout te betrappen, maar de misser was mijn eigen schuld, ik had het verkeerde gerecht besteld.
Doorgaans deed de vrouw de bediening in haar eentje. Een geweldige klus. Het waren weliswaar geen grote zaken, maar er waren altijd vijf, zes tafels goed bezet. Dat betekende dat ze urenlang af en aan naar de keuken moest lopen.

Het verschil met bedienend personeel in Nederland was vooral dat ze constant op de tafels bleef letten. Bij ons zie je het personeel vaak wegkijken, ze doen net of ze je niet zien en horen - dan hoeven ze ook niet te komen. En áls ze komen - nu ik toch begin te kankeren ga ik nog even door - heb je kans dat ze zeggen: Sorry, maar dit is niet mijn wijk.
Vanwaar dat verschil? De restaurants die ik hier beschreef, werden gedreven door een vrouw (bediening) en man (kok) - echtparen vermoedelijk. Ze knokten voor hun bedrijf.
In een van die drie restaurants liep ook nog een gewone serveerster rond. We arriveerden daar tegen 9 uur 's avonds, sluitingstijd van de keuken. De serveerster keek bedenkelijk naar ons, ze verlangde naar huis. Dat mocht ze ook, want de vrouw van de eigenaar was blij met ons en bleef nog uren in haar eentje door redderen.

Als u in de buurt komt, en voor het geval u denkt dat ik overdrijf, hier volgen de namen van de restaurants: La table de Chapaize (in Chapaize), Hôtel Le Fleurvil (in Fleurville), Le Relais d'Ozenay (in Ozenay).
Doet u ze de groeten.

Frits Abrahams

zaterdag 29 oktober 2016

21 : Kastelen in alle soorten en maten

Als je het woord Château gebruikt denken de meeste Fransen hier niet aan een slot zoals het Muiderslot, maar aan een plek waar prestigieuze wijn vandaan komt.

Château de Cormatin
Dat soort châteaux vind je te kust en te keur in Bourgogne, maar ook van de andere soorten châteaux is er wel het een en ander te vinden.
Om dichtbij huis te beginnen: het Châteaux de Cormatin is een fraai 17de eeuws kasteel met een prachtige tuin en een fraai interieur. Hoewel bewoond zijn een groot deel van het kasteel en de tuinen te bezichtigen.

Château de Cormatin
Wat verder weg, in de Brionnais, ligt het Château de Drée, ook 17de eeuws, te bezichtigen met fraaie Jardins à la française. Bovenstaande kastelen zijn nooit gebouwd met het idee een belegering te doorstaan.
Voor verdedigbare kastelen (een burcht of een slot) gebruiken de Fransen het woord château fort. Een aantal van dit soort burchten, vervallen tot ruïnes zijn weliswaar benaderbaar, maar niet te bezichtigen, zoals o.a. de kastelen van Lournand, Sigy-le-Châtel, Bissy-sur-Fley.

Château de Brancion
De burchtruïne van Brancion daarentegen is wel te bezichtigen en de moeite waard.
Saône-et-Loire kent ook een aantal (te bezichtigen) burchten die nog min of meer of helemaal in tact zijn. Twee fraaie voorbeelden daarvan, in de buurt van Mâcon zijn Berzé-le-Châtel, hoog gelegen en uitkijkend over de Grosne vallei en Pierreclos, dat naast een château fort ook een wijnkasteel is. Het kasteel zelf is te bezichtigen, voor een wijnproeverij moet apart betaald worden.

Berzé-le-Châtel
Bij Couches ligt het kasteel van (althans volgens een legende) Margaretha van Bourgogne. Het kasteel is deels te bezichtigen, is deels logies en ontbijt, en biedt wijnproeverijen aan. En tenslotte is er ook nog het kasteel van de hertog en hertogin van Bourgogne (Karel de Stoute en Margaretha van Vlaanderen) in Germolles, vlakbij Mellecey.
Hoewel oorspronkelijk een château fort van de heren van Germolles, werd het in de 15de eeuw gebruikt als plezierslot door Karel de Stoute en zijn vrouw.

Château de Couches
Ook voor dit overzichtje geldt dat het niet pretendeert compleet te zijn, het geeft slechts een kleine indicatie van wat er in dit opzicht in Saône-et-Loire te vinden is.

Voor onze eigen website klik hier.

vrijdag 28 oktober 2016

22 : La Rochepot

La Rochepot
De naam alleen al is een blog waard! De heerlijkheid La Roche de Nolay werd in 1403 gekocht door Régnier Pot, en diens familienaam werd aan de plaatsnaam toegevoegd. Vandaar dus, met dank aan Wikipedia.

La Rochepot
Het plaatsje La Rochepot ligt niet ver van Beaune af, en hoewel Beaune een volledige dag uit meer dan waard is, is het zeker de moeite waard er een klein uurtje vanaf te snoepen voor een bezoek aan het Château de Rochepot, fraai gelegen op een rots boven het dorp.

La Rochepot
Het was oorspronkelijk een elfde-eeuws kasteel, herbouwd in de dertiende, grotendeels afgebroken in de negentiende en opnieuw herbouwd in vijftiende-eeuwse stijl aan het eind van de achttiende en het begin van de twintigste eeuw.

La Rochepot
Het kasteel is privé bezit, maar is geopend voor het publiek. Niet alleen het interieur is de moeite waard, ook de dakbedekking bestaande uit geglazuurde gekleurde Bourgondische dakpannen geeft het geheel een heel apart cachet. Vanaf het kasteel heeft men een fraai uitzicht op onder andere het kerkhof van La Rochepot met de romaanse kerk Notre-Dame (op zich ook een bezoek meer dan waard).

La Rochepot
Wie dus richting Beaune gaat en de verleiding van een fraai kasteel niet kan weerstaan, wordt warm aanbevolen in de buurt van Nolay de bordjes richting La Rochepot te volgen.

Voor onze eigen website klik hier.

donderdag 27 oktober 2016

23 : Een dagje Brionnais

Brionnais
De Brionnais is een streek in de zuidwest hoek van Bourgogne, min of meer begrensd door Charolles en Digoin in het noorden en Chaufailles en Iguerande in het zuiden. Het gebied is heuvelachtig, bebost met veel weidegrond en alleen de westzijde is vlak omdat zich daar het dal van de Loire bevindt. We komen regelmatig in de Brionnais, om uiteenlopende redenen.

Saint-Christophe-en-Brionnais - Markt
Zeker niet de onbelangrijkste reden voor een dagje Brionnais is de wekelijkse veemarkt (op woensdag, de hele dag) in Saint-Christophe-en-Brionnais. Hoewel de ouderwetse handje-klap markt langzaam tot het verleden begint te behoren is het nog steeds een zéér druk bezochte markt. Het deel buiten waar de koeien nog ouderwets verhandeld worden slinkt ten gunste van de verkoop in een ring, waar de koeien binnen worden geleid, waar hun gewicht en afkomst op schermen te volgen is en waar de boeren elektronisch een bod uit kunnen brengen.

Saint-Christophe-en-Brionnais - Veiling
Het lijkt het meeste op een moderne Nederlandse groente- of bloemenveiling. Op marktdag hebben alle restaurants in het stadje een menu du marché op de kaart staan, waar je voor een zéér redelijke prijs (rond de € 15 pp) een hoofdgerecht, een kaasplateau en een toetje krijgt en waar je doorgaans bij de boeren die even een eetpauze nemen en voorrang krijgen bij de bestellingen, aan tafel aanschuift. En hoewel we de markt inmiddels wel gezien hebben, gaan we nog steeds graag naar de Brionnais, al was het alleen maar voor een eerste klas steak-frites in Saint-Christophe.

Saint-Christophe-en-Brionnais - Lunch
Uiteraard maak je niet een tochtje van ongeveer een uur alleen maar voor een goede lunch. De Brionnais heeft een groot aantal steden en dorpen met bijzonder interessante romaanse kerken, sommigen met een crypte, anderen met bijzondere gebeeldhouwde kapitelen, weer anderen met een fraai timpaan boven de ingangsdeur.

Anzy-le-Duc - kapiteel
Het voert te ver om alle kerken die de moeite waard zijn te noemen; hieronder wel enkele hoogtepunten.
Dat zijn onder andere Paray-le-Monial, Anzy-le-Duc, Semur-en-Brionnais, Montceau-l'Etoile, Varenne-l'Arconce, Saint-Germain-en-Brionnais, Bois-Sainte-Marie, Saint-Laurent-en-Brionnais, Châteauneuf, Iguerande, Charlieu (42) en Neuilly-en-Donjon (03).

Neuilly-en-Donjon (03) - Timpaan
Degenen die een tocht willen maken langs de romaanse kerken kunnen de bordjes "Circuit des églises romanes du Brionnais" volgen, een tocht waarvan een gedetailleerde beschrijving te vinden is op de site "Le site sur l'Art Roman en Bourgogne".

Voor onze eigen website klik hier.

woensdag 26 oktober 2016

24 : Musée de la Mine - Blanzy

Dat het gebied rond en ten westen van Montceau-les-Mines en Le Creusot ooit een rijk steenkoolbekken was blijkt eigenlijk alleen nog uit de plaatsnamen: Montceau-les-Mines heet niet voor niets zo.

Musée de la Mine - Blanzy
Verder herinnert er weinig aan de gloriedagen van rond de periode van de industriële revolutie. Veel plaatsen in de Charolais hadden in die tijd zo'n influx van mijnwerkers uit Italië, Portugal en Polen (allemaal streng rooms-katholieke landen) dat de kerken in die streek al snel te klein werden voor de exploderende bevolkingsgroei.

Galerij
Dat is dan ook de reden dat van veel oorspronkelijk romaanse kerken slechts de oude klokkentoren rest; het oorspronkelijke schip van de kerk werd afgebroken en vervangen door een langer en/of breder schip. De steenkoolexploitatie in de streek eindigde tussen 1992 en 2000.
In Blanzy echter is er nog iets meer dat herinnert aan de hoogtijdagen van de kolenwinning.

Galerij
Hoewel van de vele mijnen niet veel meer te zien is, bezit Blanzy nog een van de oorspronkelijke mijnlifttorens van de Puits Saint-Claude (exploitatie: 1857-1882), en is er een mijnmuseum ingericht.
Het museum, dat zeer de moeite waard bleek, is alleen in de zomermaanden dagelijks open (niet op dinsdag, en alleen in de middag) en buiten die periode alleen in de weekend.

Mijnwerker
De groep die het museum beheert heeft o.a. de machinekamer geconserveerd, er is een aardige collectie mijnlampen te vinden en men heeft een aantal mijngangen net onder de oppervlakte nagebouwd; de rondleiding geeft de bezoeker een goede indruk van het leven ondergronds vroeger. In die gangen is ook een aantal machines ooit gebruikt voor de exploitatie te zien.

De lifttoren
Blanzy ligt ongeveer een half uurtje met de auto hier vandaan, en voor wie geïnteresseerd is in industriële archeologie is een uitstapje naar dit museum zeker de moeite waard.
Voor onze eigen website klik hier.

dinsdag 25 oktober 2016

25 : de Bresse savoyarde

De Bresse is een gebied dat traditioneel wordt opgedeeld volgens de regio waar ze deel van uit maken: de Bresse bourgignonne (Bourgogne), Bresse jurassienne (Jura) en de Bresse Savoyarde (Ain, historisch viel het gebied onder Savoie). Zowel de Bresse bourgignonne als de Bresse savoyarde kenmerken zich door een vlak landschap, met een eigen typische architectuur.

Typische Bressaanse boerderij met schoorsteen (Courtes)
De Bresse savoyarde, net aan de overkant van de Saône ten oosten van Mâcon is onder andere bekend om zijn cheminées sarrasines. Dit zijn doorgaans vreemd gevormde schoorstenen die de typische Bressanse boerderijen sieren. Vaak zijn ze uitgerust met en kruis, sommigen hebben de vorm van een kleine klokkentoren,een minaret of een mausoleum.

Typische Bressaanse boerderij met schoorsteen (St-Cyr-sur-Menthon)
De naam verwijst overigens niet naar de Saracenen (een Arabisch volk; het woord wordt vaak gebruikt om de Turkse indringers aan te duiden); Sarrasin werd in het Frans ook gebruikt voor meer algemeen "vreemd, typisch". De Bresse kent een aantal openlucht musea, zoals die in Courtes en Saint-Cyr-sur-Menthon, waar een overzichtskaartje te krijgen is met waar dit soort schoorstenen te vinden zijn.

De veemarkt in St-Denis-lès-Bourg (Sue Nixon)
Bourg-en-Bresse (een uurtje met de auto), de hoofdstad van het departement Ain (01) en het hart van de Bresse mag bogen op de grootse (rund)veemarkt van Frankrijk. Omdat ik als kind graag over de veemarkt in mijn geboorteplaats rondscharrelde wilde ik deze (ochtend)markt ook wel eens bekijken. De markt ligt in een voorstadje van Bourg, Saint-Denis-lès-Bourg, en het doet zijn roep eer aan. De koeien, stieren en kalveren zijn keurig verzameld binnen hekken, een compartiment voor elke soort (dus vaarzen, pinken, melkkoeien, fokvee, en hoe die beesten verder ook mogen heten).

Monastère Royal de Brou - Bourg-en-Bresse
De verkoop gaat nog steeds ouderwets met loven en bieden tussen de boeren. De geur, het geloei, het lawaai van de kooplui en boeren gaf me weer dat gevoel dat ik ook had op e Delftse veemarkt. En, vreemd genoeg, waren de gangpaden tussen de compartimenten zo niet brandschoon, dan toch wel goed schoon, iets dat ik niet zo gauw associeer met veemarkten.
Men mag overigens Bourg niet verlaten zonder een bezoek te hebben gebracht aan het Monastère Royal de Brou, een klooster dat uit de vroege 16de eeuw stamt en dat werd gebouwd door Margareta van Oostenrijk (ooit landvoogdes van de Nederlanden).

Monastère Royal de Brou - Bourg-en-Bresse
De kerk is een juweeltje van flamboyante gotiek, gebouwd door de Vlaamse bouwmeester Loys van Boghem, terwijl de praalgraven van Margareta van Bourbon, Margareta van Oostenrijk en Philibert II de Schone van Savoye op naam staan van de Vlaming Jean van Roome. Naast de overweldigende architectuur huisvest het klooster een museum, en heeft drie kruisgangen, die wat saai aandoen in vergelijking tot de kerk.

Monastère Royal de Brou - Bourg-en-Bresse
Voor onze eigen website klik hier.